Zoek op kunstenaar
Sluit

Amsterdams impressionisme

In 1870 was het in Amsterdam duidelijk dat het onderwijs op de Koninklijke Academie gemoderniseerd moest worden. Er was aanhoudende kritiek op de rigide regels, die voorschreven wat mooi was en hoe dat uitgebeeld moest worden. Het antwoord was de oprichting van de Rijksacademie van beeldende kunsten. De schilder August Allebé, vanaf 1880 hoogleraar en later directeur (1890-1906), voerde er de belangrijke vernieuwingen door. Onder zijn leiding werd de Rijksacademie een stimulerende omgeving waarin talent de ruimte kreeg. De lessen bestonden voortaan uit eerst twee jaar tekenonderwijs. Daarna was er voor de veelbelovende studenten de mogelijkheid om in zogenaamde ‘loges’ bij een van de leraren (professoren) de schilderstudie voort te zetten. Amsterdam liep hierin vooruit op Den Haag, waar het schilderen op de academie minder snel van de grond kwam. Nieuw was ook dat vrij snel na de oprichting van de Rijksacademie vrouwelijke leerlingen toegelaten werden. Door Allebé werd voor hen een speciale ‘damesklas’ in het leven geroepen.

August Allebé
August Allebé was geen product van een van de academies in ons land. Hij was in 1857 naar Parijs gegaan om daar in het Louvre naar voorbeelden te schilderen en om er lessen te volgen aan de École des Beaux-Arts. Ook zag hij daar het werk van de realisten Jean-François Millet en Gustave Courbet, dat opzien baarde omdat deze kunstenaars de werkelijkheid schilderden zonder hem mooier te maken dan hij was. Terug in Amsterdam begon Allebé om direct naar de werkelijkheid schetsen en tekeningen te maken, bijvoorbeeld in Artis, iets waartoe hij later ook zijn leerlingen aanspoorde. Door zijn visie en begeleiding komen onder Allebé de ‘Schilders van Tachtig’ op, een groep grotendeels jonge kunstenaars die gelooft dat kunst niet alleen een weergave moet zijn van wat wordt waargenomen, maar ook hartstochtelijk, vrij en persoonlijk moet zijn. Schilders als Jan Toorop, Isaac Israels, Jan Voerman, George Hendrik Breitner, Willem Witsen en Jacobus van Looy groeiden uit tot toonaangevende kunstenaars. Een aantal van hen wordt aangeduid met de naam ‘Amsterdamse impressionisten’. Ook Piet Mondriaan moet baat gehad hebben bij de inspirerende aanwezigheid van Allebé toen hij vanaf 1892 aan de Rijksacademie lessen volgde.

De Amsterdamse impressionisten: hartstochtelijk en persoonlijk
Waren de romantische schilders in Amsterdam verknocht aan de historie van de stad, de Amsterdamse impressionisten zochten vooral de dynamiek van het stadse leven. In het uitbeelden daarvan ging ieder zijn eigen weg. Het ging hen immers om een spontane, vrije uiting van de kunstenaar als individu. Inspiratie vonden ze op straat. Breitner had zich in 1886 op de Rijksacademie ingeschreven. Lopend door de stad wilde hij de echte sfeer opsnuiven, de beweging, de drukte van de gewone mensen. Hij raakte er goed bevriend met Isaac Israels, die net als hij de stad doorkruiste op zoek naar het werkelijke Amsterdam. De twee woonden van 1888 tot 1891 boven elkaar in een atelierwoning aan het Oosterpark. Allebei schilderden ze veel op straat, waarvoor je ze in die tijd nog toestemming aan de gemeente moesten vragen. Willem Witsen, die op de academie veel optrok met W.B. Tholen, schilderde een ander Amsterdam: de verstilde stad, vaak in ongewone uitsneden. In tegenstelling tot de drukke stadsimpressies van Breitner en Israels zag Witsen de stad als monument van tijdloze schoonheid. Zijn Amsterdams grachten met vers gevallen sneeuw getuigen duidelijk van een andere visie dan de door smeltende sneeuw ploegende voetgangers en karren van Breitner. Ook met Van Looy, met wie hij samen in 1882 een reis naar Parijs maakte, was Witsen goed bevriend.

George Hendrik Breitner
Breitner was eigenlijk het voorbeeld van de rusteloze kunstenaar die door zijn grote talent maar moeilijk zijn draai kon vinden. Hij werd in 1857 geboren in Rotterdam en vertrok in 1876 naar Den Haag, waar tot midden 1880 lessen volgde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Hij werd lid van Pulchri Studio en ingeschakeld bij het schilderen van het Panorama Mesdag. In de jaren 1882 en 1883 ging hij geregeld om met Vincent van Gogh, met wie hij veel over straat liep ‘om figuren te gaan zoeken en aardige gevallen’, zoals Van Gogh het beschreef. In 1886 verhuisde Breitner naar Amsterdam, dat zijn inspiratiebron en werkterrein zou worden. De stad zet hem aan tot het schilderen van gewaagde olieverven van voetgangers bij avond, dienstmeisjes, de oude buurten, de doorbraak, in schetsmatige, brede vegen en een bruinzwart palet met hier en daar contrasterend rood en wit. Het grote publiek begrijpt hem niet en vindt zijn werk ‘onaf’.

Isaac Israels
Israels schildert met eenzelfde rake directheid de winkelstraten, de danstenten op de zeedijk, de café’s en theaters. Zijn stijl is lichter en bevalliger dan die van Breitner. ’s Zomers is hij in Scheveningen, waar hij het strand en de boulevard vastlegt in snelle, virtuoze penseelstreken en een zonnig palet. In 1903 verhuist hij naar Parijs, waar hij tien jaar blijft wonen. Daarna woont hij in Londen en keert uiteindelijk na vele jaren terug naar Den Haag.

Floris Arntzenius
Trokken Breitner en Israels van Den Haag naar Amsterdam, Floris Arntzenius kwam in 1881 naar Amsterdam om te leren schilderen onder Allebé en vertrok daarna weer naar Den Haag. Opvallend is dat zijn werk doortrokken blijft van het Amsterdamse stadsgevoel, dat ook uit het werk van Breitner spreekt. Zelfs op zijn stranden zien we goedgeklede stadsmensen, zoals dat in zijn tijd nog gebruikelijk was. Typisch Haags is zijn sterke nadruk op stemming en atmosfeer in zijn stadsgezichten, waarmee hij veel succes oogstte.

Sint Lucas
In het laatste kwart van de 19e eeuw was de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae zeer behoudend geworden. Dit was deels een gevolg van het beleid dat Arti gaandeweg ging voeren, maar had ook te maken met de veranderende positie van Arti in de Amsterdamse kunstwereld. Uit onvrede met de mogelijkheden die Arti bood richtten een aantal academieleerlingen in 1880 de progressieve kunstenaarsvereniging Sint Lucas op. Voortaan was deze vereniging de spreekbuis van de jongeren.

August Allebé | Het kleine Sint-Jorisgilde te Dongen, olieverf op paneel, 43,7 x 62,7 cm, gesigneerd r.o. en r.m. met monogram en tweemaal gedateerd '66

August Allebé

schilderij • voorheen te koop

Het kleine Sint-Jorisgilde te Dongen

Nicolaas van der Waay | De Amsterdamse Stadhouderskade in de sneeuw, olieverf op doek, 75,4 x 100,7 cm, gesigneerd l.o.

Nicolaas van der Waay

schilderij • voorheen te koop

De Amsterdamse Stadhouderskade in de sneeuw

Jacobus van Looy | Rode appels en peren, olieverf op paneel, 37,0 x 26,7 cm, gesigneerd r.o. met initialen

Jacobus van Looy

schilderij • te koop

Rode appels en peren

Willem Witsen | De Oude Waal in de winter, Amsterdam, olieverf op paneel, 30,3 x 44,3 cm, gesigneerd r.o. en te dateren ca. 1912

Willem Witsen

schilderij • te koop

De Oude Waal in de winter, Amsterdam

Jacobus van Looy | Kalebasperen, olieverf op paneel, 35,0 x 26,7 cm, gesigneerd l.o. met initialen

Jacobus van Looy

schilderij • te koop

Kalebasperen

Hein Kever | Lezende jongen, olieverf op doek, 53,8 x 44,6 cm, gesigneerd r.b.

Hein Kever

schilderij • voorheen te koop

Lezende jongen

George Hendrik Breitner | Het Singel bij de hoek Paleisstraat, Amsterdam, olieverf op doek, 80,5 x 70,0 cm, gesigneerd r.o. en te dateren ca. 1895-1901

George Hendrik Breitner

schilderij • voorheen te koop

Het Singel bij de hoek Paleisstraat, Amsterdam

Floris Arntzenius | Badgasten op het Scheveningse strand, olieverf op doek op paneel, 31,6 x 51,5 cm, gesigneerd l.o.

Floris Arntzenius

schilderij • voorheen te koop

Badgasten op het Scheveningse strand

Cornelis Vreedenburgh | Oktobermorgen: de Ridderzaal in Den Haag, olieverf op doek, 60,5 x 90,5 cm, gesigneerd r.o.

Cornelis Vreedenburgh

schilderij • voorheen te koop

Oktobermorgen: de Ridderzaal in Den Haag

Willem Bastiaan Tholen | Uitzicht over daken, olieverf op doek op paneel, 23,0 x 31,7 cm, gesigneerd r.o.

Willem Bastiaan Tholen

schilderij • voorheen te koop

Uitzicht over daken

Rob Graafland | Le cygne méchant, olieverf op doek, 168,2 x 96,2 cm, gesigneerd r.o. en gedateerd 1908

Rob Graafland

schilderij • voorheen te koop

Le cygne méchant

Hobbe Smith | Luitspelende vrouw, olieverf op doek, 105,7 x 60,5 cm

Hobbe Smith

schilderij • te koop

Luitspelende vrouw

Arnold Marc Gorter | Perenbloesem aan de Vordense Beek, olieverf op doek, 85,3 x 125,4 cm, gesigneerd r.o.

Arnold Marc Gorter

schilderij • te koop

Perenbloesem aan de Vordense Beek

Evert Pieters | Lente in Laren, olieverf op doek, 130,7 x 112,8 cm, gesigneerd l.o. en gedateerd 1912

Evert Pieters

schilderij • te koop

Lente in Laren