Het begon met één schilderij. Ik werkte nog niet zo lang in Ede en Frank kocht een enorm doek. Het was roder dan rood, gelardeerd met blauw en wit. Tubes olieverf waren erop leeggeknepen, de verf was zo pasteus dat het spieraam een beetje scheluw stond. Qua beeldtaal riep het associaties op met schilderbeest Appel uit de jaren vijftig, maar het zou ook zomaar van een Amerikaanse abstract expressionist kunnen zijn. Het schilderij was gemaakt vanuit een enorme inner urge, in de woorden van Kandinsky; de innerlijke drang en noodzaak om te scheppen, uit te beelden. De maker? Frieda Hunziker. Titel van het doek? Mexico, jaren zestig. De naam Hunziker zei me niets, ik had nog nooit van haar gehoord. Haar laatste solotentoonstelling in 2000 kon ik niet kennen omdat ik toen 14 jaar was.
Vijftig jaar eerder was dat wel anders. Frieda Hunziker behoorde tot de top van de Nederlandse na-oorlogse kunstenaars. Ze deed mee aan de belangrijkste tentoonstellingen: vanaf 1946 tot haar dood in 1966 is er elk jaar wel ergens in Nederland een tentoonstelling waar Frieda aan deelnam en vanaf 1948 exposeerde ze al óver de landsgrenzen heen. In het oog springt haar deelname in 1953 aan de Biënnale van São Paulo. Deze tweede editie van de tweejaarlijkse kunstmanifestatie was er niet zomaar één. Het is de boeken ingegaan als de ‘Guernica Biënnale’, vernoemd naar Picasso’s beroemde Guernica uit 1937 dat prominent deel uitmaakte van een speciale Picasso-presentatie waar nog 50 andere schilderijen van zijn hand te zien waren. In drie nieuwe paviljoens van het Ibirapuerapark, naar ontwerp van Oscar Niemeyer, waren 33 landen vertegenwoordigd. Duitsland was vertegenwoordigd met 65 werken van Paul Klee, Oostenrijk bracht 10 schilderijen van Oskar Kokoschka, de Verenigde Staten maakten sier met maar liefst 45 stabiles en mobiles van Alexander Calder, België stuurde 26 werken van James Ensor in en Frankrijk leverde kunst van Braque, Delaunay, Brancusi en Léger. Curator van het Nederlandse paviljoen was Willem Sandberg, die dan zeven jaar directeur is van het Stedelijk Museum. Hij koos voor een presentatie van De Stijl met twintig schilderijen van Piet Mondriaan, waaronder zijn Victory Boogie Woogie. De anderen? Karel Appel, Gerrit Benner, Corneille, Theo van Doesburg, Vordemberge-Gildewart (opmerkelijk: een Duitser), Bart van der Leck, Piet Ouborg én, als enige vrouw: Frieda Hunziker. Het moet gevoeld hebben als de kroon op haar reis naar Curaçao, een paar maanden daarvoor, waarvan de tropische invloed zorgde voor een kentering in haar oeuvre.
Van vijf jaar later dateert de iconische foto van Paul Huf. In het park van kasteel Nijenrode poseert Frieda Hunziker als one of the guys tussen 14 kunstenaars én een partycrasher: een boer op klompen met schaap. Frieda is als enige vertegenwoordigd met een groot abstract doek, de rest staat er met figuratief werk. Kees Maks toont een dansend paar, Jan van Heel een compositie met zwaan, Jaap Dooijewaard een voorstelling met wandelende figuren en Dirk Filarski heeft een Zuid-Europees landschap meegebracht. Bij de sessie hoort een gezellige picknick die, gezien de volle schalen met vleeswaren, nog gaat plaatsvinden. De chiantiflessen zijn al geopend; ook Frieda heeft een glaasje in haar hand.
In 2004 verkochten we bij Simonis & Buunk de eerste Frieda Hunziker: een bloemstilleven met amaryllisen uit 1943. Nu we haar oeuvre kennen is dit een heel sterk werk uit die periode, omdat het meeste wat ze in die jaren schilderde (waaronder de knorhanen, magnoliatak en andere stillevens) ingetogen van kleur en uitwerking zijn. Dit stilleven is uitbundig, de bloemen stralen van het doek af. Bij het verschijnen van dit boek, waarvoor Wim Hazeu een indrukwekkend biografisch verhaal schreef, weten we nu dat 1943 het jaar is waarin Frieda heel moedig Joodse kinderen met de trein naar Zuidoost-Limburg brengt om hen daar onder te laten duiken. Twee jaar daarvoor weigert ze zich te melden voor de Kultuurkamer en kiest ze volop voor het verzet. Met deze kennis valt de kleurkeuze ook op z’n plaats: rood, wit, blauw én oranje getuigen natuurlijk van haar stille verzet, iets dat we vaker zien bij oorlogskunst. Overigens verkochten we begin 2000 ook de mooiste werken van andere Vrij Beelden-vrienden van Frieda: Niets gaat verloren van Willy Boers uit 1953 en Beweeglijke lichtheid van Piet Ouborg uit ca. 1949 die we voor deze speciale tentoonstelling opnieuw in de verkoop hebben gekregen.
Wat begon met één schilderij van Hunziker in 2004 is nu (precies twintig jaar later) uitgegroeid tot meer dan 80 werken in Ede. Dit is mogelijk gemaakt dankzij het genereuze aanbod van Joline Wiebols en Arjenne Swart, schoondochter en kleindochter van Frieda Hunziker. Met een snelhechter vol foto’s van schilderijen en werken op papier kwamen ze naar Ede om te praten over een eventuele verkooptentoonstelling. Ze vonden het tijd dat de werken die zij sinds de dood van Frieda met veel liefde en zorg conserveerden, onderzochten en soms lieten restaureren, een nieuwe eigenaar krijgen en vroegen zich af of wij daarin iets konden betekenen. Heel af en toe verkochten ze wat, zoals Mexico, om – heel nobel – restauratie van ander werk te kunnen bekostigen. De timing van hun aanbod was perfect. Na de solotentoonstelling gewijd aan het beeldend oeuvre van Hugo Claus in de zomer van 2022 vormt Frieda Hunziker, een vitale wereld in vorm en kleur een prachtig vervolg. Het gaat net als bij Claus opnieuw om een grote verzameling werken die jarenlang in het bezit van de familie is gebleven, totdat het moment daar is om ermee naar buiten te treden. Niet alleen met het kleine, bekende oeuvre uit haar Curaçao-periode, maar zeker ook met het grote onbekendere deel, waaronder haar oorlogsschilderijen, de vroeg geometrisch-abstracten tot en met het schilderij dat ze twee weken voor haar dood met hulp van haar zoon Frits voltooide.
Welkom in Ede voor de hommage aan Hunziker. Want zij verdient het. Omdat zij een bijzondere vrouw was in pre-feministische dagen, maar vooral omdat ze de schepper is van een oeuvre dat elke vraag naar schepper of schepster doet vergeten. En misschien is dat wel de definitie van wat goede kunst behelst.
Teo van den Brink
directielid Simonis & Buunk
Hieronder presenteren wij de schilderijen uit de tentoonstelling. De selectie is ook verschenen in een gedrukte luxe catalogus, die u hier in pdf-vorm kunt bekijken en natuurlijk ook kunt bestellen via deze pagina.
Uit het grote oeuvre werken op papier die Frieda Hunziker nagelaten heeft is een selectie van 25 werken gemaakt. Deze staan op de speciale pagina ‘werken op papier‘.
De expositie is te zien t/m 31 augustus 2024 in de Galerie van de 20e eeuw, Notaris Fischerstraat 19 in Ede.
Open: dinsdag t/m zaterdag 11-17 uur
en op afspraak: 0318-652888 of info@simonisbuunk.nl
Willy Boers en Frieda Hunziker in zijn atelier, met op de ezel haar portret, foto: W. Maschhaupt
Zowel Willem Hussem als Frieda Hunziker blijven tot het einde van hun leven schilderen, ondanks hun lichamelijke ongemakken. De schilderende arm van Hunziker moest bij dit laatste schilderij, dat in tegenstelling van veel schilderijen die géén titel kregen wél voorzien werd van een titel, worden ondersteund door zoon Frits. Slechts veertien dagen voor haar dood voltooide Frieda dit grote doek. Ook Willem Hussem bleef zo lang mogelijk schilderen en schrijven. Op de dood had hij, net als op zijn werk, een gebalanceerde kijk: het leven kan niet begrepen worden zonder de dood, ze houden elkaar in evenwicht. Zijn hier getoonde Compositie is één van de laatste doeken die hij voltooide.
De werken zijn te zien in onze Galerie van de 20e eeuw in Ede, alwaar u van harte welkom bent. We ontvangen u gastvrij met een kop koffie en rond vier uur met een glas Salentein.
Open: dinsdag t/m zaterdag 11-17 uur
en op afspraak: 0318-652888 of info@simonisbuunk.nl