Een collectie schilderijen, aquarellen, tekeningen en beelden te koop uit de 18e, 19e en 20e eeuw waaronder Hollandse romantici en impressionisten, schilders van de Haagse en Amsterdamse School, klassiek modernen, vertegenwoordigers van expressionistische stromingen als de Bergense School en de Groninger Ploeg, nieuwe realisten en abstracten.
Wilt u langskomen? U bent van harte welkom, wij houden gepaste afstand maar ontvangen u gastvrij met een kop koffie en rond vier uur met een glas Salentein. Wilt u specifieke kunstwerken in beslotenheid bekijken, maak dan een afspraak, dan hangen wij het voor u in een aparte ruimte.
vanaf 30 april 2021, de hele zomer lang
Open: dinsdag t/m zaterdag 11:00-17:00 uur
en op afspraak via 0318-652888 of info@simonisbuunk.nl
‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht –‘
Zo luidt het begin van het grote epos Mei van Herman Gorter, waarmee hij in 1889 zijn officiële debuut maakte als dichter en waaraan hij maandenlang in afzondering had gewerkt. De eerste versregel is misschien wel een van de meeste bekende regels uit de Nederlandse literatuur en geeft het verlangen weer van ons allemaal naar het jaarlijkse lentefeest. Want hoewel elk seizoen zijn speciale aantrekkingskracht herbergt, heeft de lente toch wel de meest magische uitwerking op ons. Komt dit door een nieuw begin na een lange winterslaap? Het einde van de koude winter, een almaar voortdurende periode met sneeuw en vorst, die je reikhalzend doet uitkijken naar het voorjaar? Als de sneeuwklokjes en krokussen hun kopjes boven de grond steken juichen we ze bijna toe. Daarna verschijnt het lichte, frisse lentegroen aan boom en struik. Ook het gekwinkeleer van vogels in het vroege ochtendlicht en de lammetjes zijn lentebodes bij uitstek. Maar voor veel schilders, en ook kopers, is het tere wit van een bloeiende fruitboom, afstekend tegen een blauwe lucht toch wel de ultieme uitbeelding van het lentegevoel. Niet alleen zie je in het voorjaar meer dieren, maar ook meer gelukkige mensen! De dagen lengen, de zon komt meer en meer tevoorschijn en de spreekwoordelijke lentekriebels kondigen zich aan. Na de wintermaanden wordt niet alleen de natuur weer actiever, ook wij mensen krijgen een vaak onbedwingbare behoefte om ons extra actief op te stellen. Stofzuiger, mop en dweil worden tevoorschijn gehaald en de grote schoonmaak gaat van start. Ons lichaam maakt meer serotonine en dopamine aan en ons geluksgevoel neemt met de dag toe. Alles wordt vrolijker en kleurrijker om ons heen. Tijd om de bloemetjes weer buiten te zetten!
Rond 21 juni passeert de zon de Kreeftskeerkring en begint bij ons de zomer. Er breekt dan een periode aan van warmte, veel zonlicht en lange dagen. De natuur staat in de eerste zomermaanden in volle bloei, de mensen trekken naar het strand of gaan het water op. Er wordt gezeild, gezwommen, wat gevist, geflaneerd op terrassen of geluierd in de tuin. En geen vakantie is zo lang als de zomervakantie. De zomer lijkt dan ook de uitgelezen periode voor het zalige nietsdoen, ofwel het dolce far niente.
Voor veel schilders is de zomer de ideale tijd om buiten te werken. Ze worden minder overvallen door een regenbui. En ze kunnen vele uren achtereen schetsen of schilderen totdat ze hongerig, dorstig en voldaan naar huis terugkeren. Vooral de impressionisten vinden op zomerse dagen de zonlichteffecten en kleuren die ze zoeken voor hun landschappen, strand- of stadsgezichten. Ook bij hun voorgangers van de Haagse School, die toch vooral streefden naar het verbeelden van een stemming in de natuur, is er zo nu en dan al aandacht voor het weergeven van sterkte lichtreflecties. Willem Maris, ook wel de ‘impressionist van de Haagse School’ genoemd, was hier een meester in. Maar het zijn de impressionisten die als lichtkunstenaars in staat zijn ons de warmte van de zomer echt te laten voelen.
De ultieme verbeelding van de zomer is wel het strandgezicht. Wie geniet er niet van zonnebaden of luieren op het zand met uitzicht op zee? Het strand met zijn badgasten is dan ook een geliefd onderwerp van schilders. Steeds vaker gaan de Nederlandse schilders ’s zomers naar Zuid-Frankrijk en Italië, waar het licht intenser is en de kleuren feller. Ondanks hun vaak krappe beurs weten ze voor hun landschappen, stranden en afgelegen baaien de mooiste plekjes te vinden. Net als hun Franse collega’s trouwens. Isaac Israels is vaak te vinden in Viareggio, Willem Dooijewaard schildert Nice, David Abraham Bueno de Mesquita bezoekt Sestri Levante aan de Ligurische kust en zal zijn verdere leven in Italië blijven. Nederland is te eenvoudig van kleur, klonk het. Maar ondanks het feit dat ze zich geleidelijk aan steeds meer losmaken van gedetailleerde weergave van de werkelijkheid en toewerken naar het omzetten van indrukken in kleur, blijven vrolijke, zonnige voorstellingen tot het jargon van schilders behoren. Want ze weten, net als veel kunstenaars voor en na hen: mensen in de zomer, die vissen, of luieren, op het strand genieten of in de tuin, op de kanosteiger of het terras, brengen een vrolijke stemming en plezierige schilderijen.
Vroeger heette de herfst simpelweg ‘oogst’. De volle maan die het dichtst bij de herfstequinox ofwel ‘gelijke nacht’ staat heet de oogstmaan. Op het tijdstip van de equinox is de lengte van dag en nacht gelijk, overal ter wereld twaalf uur. De dagen erna wordt de dag korter dan de nacht – de herfst begint. Voordat we elektriciteit hadden en steden ’s nachts verlicht worden, was de heldere nacht van de oogstmaan heel belangrijk voor de boeren. Door dit licht hadden ze langer de tijd op een dag om hun gewassen te oogsten, vandaar de benaming oogstmaan.
Zoals de lente de aanzet tot de zomer vormt, zo is de herfst de voorbereiding op winter. Na een seizoen van zon zee en strand, vakantiegevoel, buiten op het terras met een glas witte wijn of een zomerbokje, BBQ-en de voltallige natuur op zijn kleurrijkst, bereiden we ons in de herfst voor op de paddenstoelen, eikels, kastanjes en blaadjes, wind en (storm)paraplu’s, donker, gezellig in huis, kaarsjes en warme chocolademelk, het uitkijken naar de feestelijkheden van de decembermaand. Het alles overheersende gevoel in het voorjaar alleen maar naar buiten te willen slaat om in een gevoel van naar binnen – de thigmofiel volgens Midas Dekkers ontwaakt in ons. We willen weg duiken in veiligheid, verlangen naar geborgenheid en hebben behoefte iets tegen ons aan te voelen. Het is bewezen dat een lage temperatuur buiten je beter helpt te slapen. Bovendien wordt het vroeg donker, waardoor je je sneller slaperig voelt. Omdat het later licht wordt, ben je waarschijnlijk ook later wakker, waardoor je dus veel meer slaapuren pakt.
In de kleuren van de twee seizoenen kondigen zich de verschillen al aan. Zo fris en groen als de lente is, zo warm, bruin en bronstig kleurt de herfst en het daarmee gepaarde gevoel. Maar er zijn ook overeenkomsten in lente en herfst. Het binnen blijven in een knusse omgeving in de herfstmaanden brengt net zo goed een gevoel van geluk teweeg als het weer naar buiten kunnen gaan in de lente. Al dat knusse gehang geeft het oxytocine-niveau een boost, waardoor je je nog meer verbonden voelt met de mensen om je heen. Zodra de zomer voorbij is, lijken vele mensen geïrriteerd. Toch is het herfstweer geen reden om ons vrolijke zomerhumeur te laten verpesten en net als in het voorjaar vind je troost in de natuur, de geur van aarde en mos, het gekwetter van voedselzoekende vogels, de oranje, rode en gouden tinten van het bos. Door de global warming zagen we de prachtige herfstkleuren in 2013 al vijf dagen later dan 23 jaar daarvoor. Dus trek erop uit zolang het kan; de paden op, de lanen in, of vind de weg naar Ede!
De winter is een seizoen van geborgenheid. Zoals veel dieren in de winter zich terug trekken voor een langdurige winterslaap, zo ook trekken wij ons terug in de warmte van het huis. Door de korte dagen en gure wind warmen we ons graag aan de haard met een kop thee in de hand, weggedoken in een wollen trui. De warmte van de zomer ligt in onze herinnering opgeslagen, maar nu is het tijd voor glühwein, aangestoken kaarsen en stoofpotjes. Hoewel we graag de gezelligheid binnenshuis opzoeken, worden de winterjassen en mutsen direct uit de kast getrokken wanneer de temperaturen flink onder het nulpunt dalen, en we ’s ochtends de gordijnen opengooien om verblind te worden door een pak sneeuw. Het geluid van knisperend sneeuw onder je schoenen, de koude, frisse lucht en schaterlachende kinderen op sleeën lokken ons naar buiten. Afgelopen februari zal de geschiedenisboeken ingaan: de hoeveelheid sneeuw en koude temperaturen, die opliepen tot -10 graden celsius, hadden we al lang niet meer ervaren. Het was even zoeken naar de schaatsen op zolder, ze lagen immers al een tijd opgeborgen, en al snel waren ze landelijk uitverkocht. Niet gek, als je bedenkt dat wij als Nederlands aan schaatskoorts lijden. Want wat is er fijner dan na een dag op het ijs, in de bossen te hebben gewandeld, of van de heuvels te hebben gesleed je tintelende handen te warmen aan een kop snert?
Al eeuwenlang is het winterlandschap een inspiratiebron voor schilders geweest. Het ijsgezicht was in de 19e eeuw een populair genre, soms zelfs compleet met valpartijen, ijsvissers en sledes. En door schilders die ‘en plein air’ schilderden werd de stemming in de natuur op een bijzondere manier verbeeld. Impressionisten trokken erop uit en met koude vingers pakten zij hun penselen en schilderden sneeuwlandschappen in de buitenlucht. De winter verbindt. We komen samen op het ijs, bij de koek-en-zopie tenten en ’s avonds bij de haard. De winter kan ook zorgen voor een nieuwe start: hoe gaan we het komende jaar aanpakken? Plannen worden gesmeed, dromen krijgen vorm, om ze straks bij het eerste tjilpen van de vogels met hernieuwde energie aan te pakken. Tot die tijd kunt u in ieder geval genieten van de winterse schilderijen op onze website en in onze galeries, en wie weet straks bij u thuis.
Wilt u op de hoogte worden gehouden van onze activiteiten? Schrijf u dan in voor de nieuwsbrief.