Antoni Piotrowski kreeg in zijn geboorteland Polen een gedegen opleiding van Wojciech Gerson en Jan Matejko. Hij schilderde en tekende op realistische wijze landschappen, jachtgezelschappen, genrevoorstellingen en portretten. Daarnaast werkte hij vanaf 1879 in Bulgarije als correspondent voor een aantal buitenlandse kranten. De journalistiek voerde Piotrowski daarna naar Parijs, waar hij tot het uitbreken van de Servisch-Bulgaarse oorlog in 1885 woonde en werkte. Zijn vrijwillige deelname aan het front vormde een keerpunt in zijn oeuvre. De alledaagse realiteit van het soldatenleven werd een nieuw en aantrekkelijk onderwerp voor de kunstenaar. Het Nationaal Historisch Museum in Sofia bezit veel werk van zijn hand.