Arie Zwart, veelzijdig en productief schilder, volgde twee jaar lessen aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Geen wonder dat de stijl van zijn vroege werk aan die van de Haagse School doet denken. Na zijn academietijd werkt hij vanuit een atelier in zijn ouderlijk huis in Rijswijk. Als schilder kan hij nauwelijks de eindjes aan elkaar knopen en verdient hij wat bij met opdrachten als reclame tekenaar. Voordat hij in trouwt reist Zwart al veel in zijn eentje door Nederland. Later trekt hij met zijn vrouw en drie kinderen in een verbouwde verhuiswagen rond. In 1936 laat hij een trekschuit speciaal voor zijn gezin verbouwen. De Trekschuit heeft Voorburg als thuishaven, maar meestal vaart de boot op de Nederlandse rivieren, op zoek naar steeds weer een andere omgeving en inspiratiebron voor Zwart. De populaire landschappen die qua uitvoering en onderwerp doen denken aan de tradities van de Haagse School, vooral de schilderijen van de Nieuwkoopse Plassen, dateren uit de jaren dertig en veertig. In de oorlogsjaren lag de schuit in Meppel. Daar wordt het kleurenpalet van Zwart gaandeweg lichter en zijn penseelvoering wat losser nadat hij in aanraking komt met Meppeler schilders als Stien Eelsingh en Roel Frankot en André Idserda.
Na de oorlog begint het reizen met De Trekschuit weer. Ook nadat De Trekschuit vanaf 1949 een vaste ligplaats in Voorburg krijgt, blijft het echtpaar Zwart het avontuur zoeken, nu in langere reizen naar Zuid-Europa, onder meer naar Frankrijk, Spanje, Portugal, Ibiza en ook Tunesië. Tijdens deze reizen wordt Zwart getroffen door het zuidelijke licht en de heldere kleuren in deze landen. Deze indrukken verwerkt hij in schilderijen die hij ter plekke maakt, maar is ook te zien in de stillevens en interieurs die hij bij terugkomst op de woonboot schildert.
In 1962 wordt Woerden de vaste standplaats van de boot. Twaalf jaar later, in 1974, vinden de zwervende kunstenaar en zijn vrouw een vast woonplaats in het Rosa Spierhuis in Laren. Ook daar blijft Zwart nog jaren schilderen totdat hij er in 1981 overlijdt.