Auguste Herbin creëerde een thematisch rijk oeuvre, met o.m. stillevens, portretten en landschappen. Ook stilistisch was hij veelzijdig, met invloed van respectievelijk het impressionisme, fauvisme, kubisme en de abstractie. Herbin ging in 1901 naar Parijs, toen centrum van de internationale avant-garde. Door contact met Picasso en Juan Gris werd vanaf 1910 het kubisme in zijn werk zichtbaar. Rond 1925 begon Herbin abstract te werken. Hij was medeoprichter van de groep Abstraction-Création (1931) en de Salon des Réalités Nouvelles (1947), en een belangrijke naam in de geometrisch-abstracte schilderkunst. De schilderes Geneviève Claisse was in zijn laatste jaren zijn assistente en maakte de catalogue raisonné van Herbins oeuvre.