Benjamin Prins, afkomstig uit een gegoede Joodse familie, schilderde vooral figuren en genrevoorstellingen, vaak met een humoristische ondertoon. Zijn opleiding kreeg hij aan de Rijksacademie in Amsterdam en de academie in Antwerpen; daarna woonde hij een aantal jaren in Parijs. Door familierelaties en door zijn internationale scholing onderhield hij nauwe contacten met veel buitenlandse kunstenaars. Zo was hij goed bevriend met Max Liebermann. In 1888 keerde Prins definitief terug naar Amsterdam, waar hij een atelier betrok aan de Plantage Franschelaan 25 dat later door Constant werd bewoond. De schilder was gedurende vele jaren lid van Arti et Amicitiae en St. Lucas.