Carel Grips, of Charles, zoals hij zich na zijn academietijd in Antwerpen graag liet noemen, wijdde zich voornamelijk aan het schilderen van interieurs. Het centrale thema is doorgaans een vrouw of groep vrouwen verdiept in huiselijke bezigheden. Door het heldere licht en de perspectivisch zorgvuldige weergave van de ruimte ademen deze voorstellingen een serene rust, die doet denken aan de intieme binnenhuizen van 17e-eeuwse Hollandse genreschilders als Pieter de Hooch. Grips kleedt zijn vertrekken graag aan met gebruiksvoorwerpen en kostbare sierobjecten. Vanaf de jaren 80 wordt dit een steeds belangrijker element in het werk van de schilder.