De Oostenrijkse schilder Carl Fahringer legde zijn omgeving in een kleurrijke en impressionistische toets vast. Na zijn opleiding aan de Weense academie reisde hij door heel Europa en Indonesië waar hij het dagelijks leven en straatgezichten schilderde. Hij keert terug bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, vecht aan het front en legt als oorlogsschilder de loopgraven vast. Na de oorlog pakte Fahringer het reizen weer op, in Nederland verbleef hij en schilderde in Delft en Hoorn. Uiteindelijk keert hij terug in Wenen, waar hij vaak te vinden is in de Tiergarten Schönbrunn om de dieren aldaar te schilderen. Aan de academie krijgt Fahringer een aanstelling als professor en geeft les in het schilderen van dieren en landschappen.