Edouard Jean Conrad Hamman bracht zijn jeugd door in Ostende, waar zijn vader stadsontvanger en secretaris was van de Handelskamer. Als kind kreeg hij tekenlessen aan de Oostendse School voor Teeken- en Bouwkunde. Daarna volgde hij een aantal jaren de Academie van Antwerpen, was hij leerling van de historie-en portretschilder Nicaise de Keyser en ontving hij raadgevingen van de genreschilder Hendrik Leys. Hamman maakte zijn debuut tijdens de Gentse Salon van 1838. In 1846 trok hij naar Parijs om er zijn studies voort te zetten aan de École des Beaux-Arts.
Tijdens zijn Italiëreis in 1849 bracht Hamman een groot deel van zijn tijd door met het kopiëren van het werk van de grote Renaissance meesters als Titiaan, Tintoretto en Veronese. De invloed van deze schilders zien we terug in het kleurgebruik en de licht-schaduw behandeling van Hammans werk. Zijn grote doorbraak kwam nadat hij zich toelegde op het uitbeelden van gebeurtenissen uit het leven van beroemdheden als Ludwig van Beethoven, Wolfgang Amadeus Mozart, Christoffel Columbus en vele andere kunstenaars en geleerden. Verder gebruikte hij ook nog tal van literaire thema’s, vaak naar Shakespeare. Napoleon III en keizerin Eugénie van Frankrijk waren dol op zijn werk en het portret dat hij maakte van Koning Norodom van Cambodja leverde hem een Koninklijke onderscheiding op.
Het leven van Hamman was er een van een gevestigd, succesrijk en welgesteld burgerlijk kunstenaar, met tal van medailles onderscheiden in de zo belangrijke Parijse Salons en in hoog in aanzien bij de Franse elite.