Georgius van Os was, net als zijn vader Jan van Os, gespecialiseerd in het schilderen van stillevens met bloemen, fruit en wild. Het vak leerde hij van zijn vader, waarbij hij al jong zoveel talent toonde dat hij een aantal illustraties mocht schilderen van de beroemde Flora Batava (1800) van Jan Kops. Daarna woonde de schilder afwisselend in Haarlem en Parijs. Met name door zijn verbluffend penseelgebruik en de grote natuurgetrouwheid van zijn bloemen en fruit werd Georgius van Os een van de meest gevierde stillevenschilders van de vroege 19e eeuw.