Gerard van Nijmegen, geboren in 1735 te Rotterdam, begon als decoratieschilder maar groeide al snel uit tot een kunstschilder van meeslepende landschappen. Zijn talent had hij niet van een vreemde: Van Nijmegen werd opgeleid door zijn vader, Dionys van Nijmegen (1705-1798), die op zijn beurt weer leerling was van Jacob de Wit (1695-1754). Op uitmuntende wijze verbeeldde de schilder ongerepte natuurgebieden in liefst grillige weersomstandigheden. Vermoedelijk werd hij geïnspireerd door de berg- en rivierlandschappen die hij zag tijdens zijn reis in 1788 langs de Rijn, waarvan hij een dagboek bijhield. De voorstellingen op zijn romantische schilderingen geven op verhalende wijze de onvoorspelbaarheid van de natuur weer. Het geloei van de harde wind is haast hoor- en voelbaar.