Gerarda, ofwel ‘Meik’, Rueter werd in 1904 geboren als tweede dochter van de schilder Georg Rueter en Gerarda Lang. Na haar eindexamen volgde zij een opleiding aan de Kunstambachtsschool voor meisjes in Amsterdam (1921-1924) en bezocht daarna voor een beeldhouwopleiding de Rijksacademie (1924-1930). Daar kreeg zij les van de bekende beeldhouwer Jan Bronner - leermeester van o.a. Mari Andriessen en Wessel Couzijn - wiens invloed bepalend zou zijn voor haar verdere artistieke ontwikkeling. Het werk van de kunstenares wordt gekenmerkt door eenvoud en een monumentale stijl, die met de jaren naturalistischer werd. Zij maakte diersculpturen, figuren of portretten, veelal van kinderen, in steen, hout, brons en terracotta. Haar kleine werk is poëtisch en verfijnd van uitdrukking. Het bekendste monumentale beeld van de kunstenares is het Watersnoodmonument in Stellendam (1956).