Het feit dat Hendrik Chabot onder de rook van Rotterdam woonde zette hem niet aan tot het schilderen van het vitale, actieve stadsleven. Veeleer richtte hij zich op figuren, boeren en arbeiders en tenslotte ook op landschappen. Met name vond hij inspiratie in de vlakke polders rond Bergschenhoek, waar zijn atelier stond. Uit zijn landschappen, fors opgezet onder hoge, doorwerkte luchten, spreekt een heftige emotie ten opzichte van zijn onderwerp, waarnaar kleur en vorm zich voegden. De nadrukkelijke toets van zijn penseelstreken en de felle weelde van zijn geel, oker, bruin en groen waren de middelen hiertoe. Wat hem ter harte ging, was om aan de verbondenheid van mens en natuur gestalte te geven.