Daniël Herbert van der Poll werd in 1877 geboren te Amsterdam, de stad waar hij op 86-jarige leeftijd ook overleed. Op zijn achttiende begon hij zijn artistieke studie aan de Rijksakademie. Als leerling van August Allebé, kunstenaar en directeur van de akademie, en van Hobbe Smith ontwikkelde hij zijn vaardigheden verder. Van der Poll was lid van vele verenigingen, waaronder Natura Artis Magistra en was veelvuldig in de dierentuin te vinden, waar hij studies naar leeuwen, tijgers en andere dieren maakte. Ook van overleden dieren bestudeerde hij de anatomie. Hij woonde enkele jaren in Antwerpen waar hij in de dierentuin vele tekeningen en pastellen maakte, tot hij in 1918 terugkeerde naar Amsterdam om les te geven aan de akademie. Tot 1942 onderwees hij hier de dierlijke en menselijke anatomie. Als lid van Arti et Amicitiae kreeg Van der Poll in 1925 een gouden medaille van koninging Wilhelmina uitgereikt. Naast het schilderen en tekenen was hij geïnteresseerd in sterrenkunde.