Het werk van Jacoba van Heemskerck toont grote verwantschap met het Duitse expressionisme en met de abstracte kunst van Kandinsky. Met name vanaf 1913, toen zij regelmatig in Berlijn in de avant-gardistische kringen rond Herwarth Walden en zijn galerie 'Der Sturm' verkeerde. Daar wordt zij naast Kandinsky, Marc en Klee gezien als een van de grootste moderne kunstenaars. Onder hun invloed ontwikkelt zij een eigenzinnige vorm van expressionisme, waarin ook haar antroposofische levensbeschouwing een rol speelt. Haar schilderijen en houtsneden zijn de reflectie van een innerlijke (spirituele) ervaring. Een boom wordt dus geschilderd niet zoals ze hem ziet, maar zoals haar geest hem ervaart. Deze breuk met de werkelijkheid onderstreept zij door haar werken een nummer te geven in plaats van een titel.