J.C.J. van der Heyden, die in de jaren '50 als expressionistisch kunstenaar begon, heeft vanaf de zestiger jaren van de 20e eeuw een indrukwekkend oeuvre opgebouwd, dat schilderijen, collages, foto's, grafiek maar ook video's en installaties omvat. Scepsis ten opzichte van de werkelijkheid speelt daarin een belangrijke rol. Voor de kunstenaar is het kunstwerk een intellectueel manipuleerbare en gemanipuleerde vorm. Daarmee zoekt hij de grenzen van het kunstwerk op en onderzoekt hij de aard en definitie van kunst zelf. Rudi Fuchs, voormalig directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam, plaatste de - conceptuele - kunst die J.C.J. van der Heyden vanaf de jaren zestig maakte op één lijn met die van Luciano Fabro in Milaan, Penck in Dresden, Daniel Buren in Parijs en Donald Judd in New York.