Jean Béraud (1848 – 1935) was een Franse schilder, geboren in Sint Petersburg. Na het overlijden van zijn vader die als beeldhouwer werkte aan de Izaäkkathedraal in die stad verhuisde het gezin naar Parijs. Daar begon hij aan zijn opleiding tot advocaat totdat de Frans-Pruisische oorlog in 1870 uitbrak. Hij koos daarop voor een kunstzinnig bestaan en schreef zich in op de op École Nationale Supérieure des Beaux-Arts, waar hij in opleiding ging bij de bekende portretschilder Léon Bonnat. Hier kreeg Béraud les in de academische- naturalistische stijl en debuteerde al snel in 1872 op de Parijse Salon. Bekendheid verwierf hij met zijn scenes uit het dagelijkse leven tijdens de Belle Époque in een stijl die het midden houdt tussen de academische kunst van de Salon en die van de opkomende impressionisten. De Champs Élysées en andere drukbevolkte boulevards, het uitgaansleven in de cafés op Montmartre en de Opéra, de oevers van de Seine werden zijn onderwerpen. Uit zijn werk spreekt vaak een groot gevoel voor humor en drijft hij regelmatig de spot met het leven van de Parijzenaars aan het einde van de 19e eeuw. Geleidelijk aan werd zijn stijl van schilderen steeds meer impressionistisch, maar terwijl zijn collega’s impressionisten in die tijd naar de buitengebieden om Parijs heen vertrokken om het landleven weer te geven bleef Béraud, net als zijn vriend Édouard Manet, het stadsgezicht trouw.
Béraud werd vooral bekend om de zijn ‘À la salle Graffard’ techniek die hij gebruikte voor een visueel effect op zijn schilderijen en door veel schilders zou worden overgenomen. Het bovenste deel van het schilderij werd in een lichte waas geschilderd, figuren/toeschouwers werden op de voorgrond afgebeeld, terwijl andere mensen afsteken tegen een donkerder achtergrond. Vanaf 1900 schilderde Béraud steeds minder en nam hij plaats in tal van kunstcommissies, zoals de Salon de la Société Nationale. Hij genoot veel aanzien in Parijs en werd in 1894 onderscheiden met een benoeming in het Legioen van Eer. Béraud werd naast zijn moeder en tweelingzus op Montparnasse begraven.