Jean Gouweloos werd, net als zijn broer Charles, opgeleid aan de Brusselse academie. Aanvankelijk was hij werkzaam als lithograaf maar geleidelijk aan legde hij zich toe op het schilderen. Tussen 1914 en 1918 vluchtte hij met zijn gezin naar Nederland, waar hij onderdak vond in Domburg, later in Scheveningen. Naast landschappen en marines had hij veel succes met zijn portretten en interieurs met elegante vrouwen, in gedachten verzonken of verdiept in kleine, dagelijkse bezigheden. Ze onderscheiden zich door de subtiele kleurschakeringen en aandacht voor het licht.