De in Kleef geboren schilder Johann Bernard Klombeck wordt beschouwd als een van de meest talentvolle leerlingen van B.C. Koekkoek. Vermoedelijk kwam hij met zijn leermeester in contact direct nadat deze zich in 1834 in Kleef gevestigd had. Naar diens voorbeeld specialiseerde Klombeck zich in open, weidse landschappen en rivierdalen met vee en enkele figuurtjes. Inspiratie voor zijn schilderstukken deed hij in zijn vroege jaren op in de ongerepte natuur rond zijn woonplaats Kleef. Motieven, beeldopbouw en fijne penseelvoering nam hij van zijn leermeester over, en wel zo dat een aantal van zijn schilderijen onder valse signatuur als een B.C. Koekkoek werden verkocht. Om dit te voorkomen bracht hij vaak op de achterzijde van zijn schilderijen een authenticiteitsverklaring aan. Het hier afgebeelde landschap bij Kleef, gezien vanaf de Kleefse Berg, met als oriëntatiepunt de twee torens van de ‘Stiftskirche’, komt als thema in de jaren veertig meerdere malen voor. Daarna worden deze Kleefse motieven geleidelijk aan zeldzamer en kiest hij vaker voor bosgezichten bij zomer en winter met als blikvangers een groep majestueuze, wijdvertakte eiken. Karakteristiek blijven het van Koekkoek overgenomen iets verhoogde standpunt en de verbinding van voor- en middenplan door een pad of landweg. In de jaren zestig werkte de schilder regelmatig samen met de Belgische dierenschilder Eugène Verboeckhoven, die Klombecks bosgezichten met figuren en vee stoffeerde. Bekend is dat hij dit ook deed voor A.J. Daiwaille en Willem Bodeman.