Johann Sühl woonde zijn hele leven in Delft en vervaardigde schilderijen, etsen en gravures van landschappen, dieren en boerderijtjes. De zomermaanden bracht hij vaak door in Noord-Brabant, Gelderland en Limburg en in navolging van andere Delftse schilders trad hij in 1920 als plateelschilder in dienst bij 'De Porseleyne Fles'. Het schildersvak leerde hij van zijn oudere broer G.B.M. Sühl (1857-1926) en tijdens een avondcursus op de Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag.