De levensgeschiedenis van Johannes Koekkoek, derde zoon van Johannes Hermanus, beantwoordt aan de mythe van de jonggestorven en zo begaafde kunstenaar: schilder van veelbelovende werken, maar tragisch genoeg veel te vroeg heengegaan, een in de knop gebroken bloem. Johannes was de gedoodverfde opvolger van zijn vader, drager van diens voornaam, en begiftigd met hetzelfde talent en gevoel voor het schilderen van zee- en riviergezichten. Bovendien had hij twee oudere broers die, met een voorkeur voor het landschap, ‘verloren’ waren voor de zeeschilderkunst. Johannes’ marines, verstild en poëtisch of stormachtig en woest, doen verlangen meer paneeltjes van zijn hand te zien, in het besef dat dit een moeilijk te vervullen wens is, want zijn oeuvre is maar beperkt. Door zijn vroege dood zullen we nooit weten hoe zijn schilderscarrière en later werk eruit zouden hebben gezien. Zouden zijn stijl, thematiek en productie consistent of vol onverwachte wendingen zijn geweest? Zou zijn oeuvre omvangrijk, klein, gevarieerd of eenzijdig zijn geworden? En zou hij kinderen hebben gekregen, artistiek van nature en als kunstenaar net zo talentvol als hij? Schilderijen van Johannes Koekkoek zijn zeer schaars. Ze zijn zó zeldzaam dat het in werkelijkheid zien van een van zijn marines als een bijzondere belevenis kan worden beschouwd.