Karel van Veen was in ons land in de jaren ’50 en ’60 een gevierde hof- en societyschilder. Dit voorzag hem van een goed inkomen, waardoor er geen noodzaak was om zijn vrije werk te exposeren of verkopen. De schilder werd opgeleid aan de academie van Rotterdam (1917-1921), studeerde daarna nog enige tijd in Parijs, woonde in Veere en vestigde zich uiteindelijk weer in Rotterdam. In de schilderijen die hij daarna maakte putte hij uit zijn reiservaringen, zoals taferelen van Italiaanse schonen op een Hollandse kade. Van Veen loste dit op door het geheel het aanzien te geven van een circus- of kermisvoorstelling. Ook maakte hij beelden en ledenpoppen, die weer figureren in zijn schilderijen.