Marius Bauer kwam uit een kunstlievend milieu en bezocht van 1879 tot 1885 de Haagse Academie samen met Breitner, De Zwart en Willem van Konijnenburg. Aanvankelijk genoot hij vooral bekendheid als etser, maar na de eeuwwisseling ontwikkelde Bauer zich meer en meer tot aquarellist en schilder. Eerst waren dat stillevens en taferelen uit het mondaine leven, kleurig en schetsmatig neergezet onder invloed van de Haagse School en Franse impressionisten als Degas. In 1888 maakte hij een reis naar Constantinopel. Vanaf die tijd was de exotische sfeer van het nabije Oosten voor hem een bron van inspiratie.