Matthias Parré woonde en werkte zijn hele leven in Amsterdam. Hij kreeg daar les van Jacobus van der Stok, tijdgenoot van Andreas Schelfhout. In navolging van zijn leermeester specialiseerde Parré zich in het schilderen van romantische zomer- en winterlandschappen, bosgezichten en een enkel stilleven. Zijn ijsgezichten zijn vaak gestoffeerd met schaatsende figuren en eigentijdse elementen als duwsledes en een koek-en-zopietent. Parré nam vanaf de jaren 30 met zijn landschappen deel aan de tentoonstellingen van Levende Meesters in Amsterdam en Den Haag.