De Franse schilder Maurice de Vlaminck wordt beschouwd als een van de grondleggers van het Fauvisme. Aanvankelijk zou hij muzikant worden, totdat hij in 1900 André Derain ontmoette, die zijn ambities om schilder te worden aanwakkerde. Een bezoek aan een tentoonstelling van het werk van Van Gogh in 1901 deed de rest. Samen met Derain en Matisse exposeerde De Vlaminck in 1905 op een groepstentoonstelling waar de term ‘fauves’ werd gelanceerd. Een jaar later volgt zijn eerste grote solotentoonstelling bij de befaamde kunsthandelaar Vollard in Parijs, nadat deze zijn hele atelier had leeggekocht. Kort daarop, in 1908, keert De Vlaminck zich af van de uitbundige kleuren van de fauves en kiest hij voor een impressionisme dat sterk wordt beïnvloed door Paul Cézanne. In 1919 kwam zijn definitieve doorbraak met een tentoonstelling die zó succesvol was dat de schilder een huis op het platteland kon kopen. Vanaf die tijd vormen het landschap en de daarin gelegen dorpjes één van de belangrijkste thema’s in zijn werk.