De van oorsprong Duitse kunstenaar Maximiliaan Kitzinger vestigde zich rond 1823 in Nijmegen. Hier woonde en werkte hij tot 1838. In dat jaar verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij vele jaren woonde. In 1844 verbleef Kitzinger ook korte tijd in Antwerpen. Hij schilderde voornamelijk landschappen, vaak bij maanlicht, maar er zijn eveneens enkele kerkinterieurs en genrestukjes van zijn hand. In de periode 1838-1845 exposeerde Kitzinger zijn werk op de jaarlijkse Tentoonstelling van Levende Meesters, beurtelings in Amsterdam, Den Haag, Groningen en Rotterdam.