Twintig jaar oud was Pieter Oosterhuis toen hij in 1836 zijn geboortestad Groningen verruilde voor Amsterdam. Door zijn vader was hij opgeleid tot kunstschilder, een vak dat hij zijn hele verdere leven zou blijven beoefenen. Vooral interieurs en Hollandse stadsgezichten hadden daarbij zijn voorkeur. Bijzonder is echter dat Oosterhuis zich daarnaast ontwikkelde tot een pionier op het gebied van de fotografie. In 1851 begon hij, als eerste in Nederland, met het maken van stereofoto's en stadsgezichten voor de commerciële verkoop. Hij zou ook naam maken met opnames van waterbouwkundige werken en bruggen. Zijn foto’s vallen op door een sterke compositie, wat te danken zou zijn aan zijn ervaring als schilder.