Roland Larij werd in 1855 geboren in een Dordtse familie van schilders. Hij was een broer van Cor Larij en een neef van Jan Larij, schilder van landschappen en stillevens. Na een opleiding aan de academie van Antwerpen specialiseerde hij zich onder invloed van zijn leermeester Edgar Farazijn in het schilderen van interieurs en landschappen. Daarvoor trok hij vanuit Dordrecht regelmatig naar het Brabantse Heeze. De zomers bracht hij meestal door in Katwijk en Drenthe. Contacten met de Marissen, Mauve en Israels resulteerden in een vrije, losse schildertrant en aandacht voor de atmosfeer en stemming van het ogenblik.