De in Utrecht geboren schilder Willem de Famars Testas begon zijn artistieke loopbaan aan de academie van Den Haag, waarna hij zich ontwikkelde tot een goed schilder van figuren en dieren. Zijn carriëre nam een zonderlinge wending toen hij in 1858 werd meegevraagd als tekenaar op een expeditie naar Egypte van de archeoloog Emile Prisse d'Avenne. Gedurende de twee jaar dat de reis duurde deed de jonge schilder een grondige kennis op van het leven en de gebruiken aldaar en maakte hij in zijn vrije tijd tal van schetsen. Na zijn terugkeer in Utrecht borduurde hij nog op dit thema voort. Om die reden wordt hij gerekend tot de Hollandse Oriëntalisten. In 1868 maakte de schilder nog eens een grote reis door Palestina en Syrië. Na zijn terugkeer verhuisde hij naar Brussel.