Willem Pieter Hoevenaar was afkomstig uit een Utrechtse familie van schilders: grootvader Adrianus en vader Adrianus jr. waren tekenaar en glasetser, broer Cornelis Willem en zoon Jozef schilderden genrestukken en stillevens, en neefje Cornelis Willem jr. wijdde zich aan de landschapschilderkunst. Willem Pieter schilderde voornamelijk Oudhollandse interieurs en buitenscènes, gestoffeerd met figuren. Zijn aquarellen en sepia’s waren in zijn eigen tijd erg geliefd. In 1850 werd hij lid van de Koninklijke Akademie in Amsterdam. In de periode 1828-1863 toonde hij zijn werk regelmatig op de jaarlijkse Tentoonstellingen van Levende Meesters.