Willy Sluiter, geboren in 1873, groeide op in een welgesteld notarisgezin in Zwijndrecht waar hij als tienjarige vanuit Friesland naartoe verhuisde. Hij was leerling aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam en daarna die in Den Haag. Aan het begin van zijn artistieke carrière woonde en werkte hij in Dordrecht en Rotterdam. Sluiter – een echt gezelschapsmens – was lid van diverse kunstgenootschappen, het Dordtse Pictura, het Haagse Pulchri Studio en later Arti et Amicitiae in Amsterdam.
De vrolijke, aimabele Sluiter had twee uitgesproken talenten. Allereerst was hij een rastekenaar. Vrienden en familie werden in rake, vlotte schetsen en aquarellen vastgelegd. In de tekeningen die hij maakte in Scheveningen en van bijvoorbeeld de welgestelde wintersport toeristen in Davos en St. Moritz toonde hij zich een chroniqueur van zijn tijd. Haarscherp typeert hij en op humorvolle en tevens liefdevolle wijze legt hij de menselijke zwakheden bloot. Behalve het vastleggen van mensen die hij in zijn eigen omgeving tegenkwam had hij ook gevoel voor het illustratieve in boekomslagen, affiches en ander reclamewerk. Bijna zijn hele leven heeft Sluiter op cartooneske wijze, met humor en stijl, boeken geïllustreerd en spotprenten voor tijdschriften gemaakt. Hij behoorde tot de groep vernieuwers in dit genre die zich kenmerkte door een vlotte stijl van werken met dynamische afbeeldingen. Naast Piet van der Hem en Jan Sluijters was Sluiter een van de kunstenaars die tussen 1910 en 1930 naam zouden maken als tekenaars voor romans, kinderboeken en journalistieke bundels.
Daarnaast was Sluiter een uitstekende schilder, met gevoel voor de lokale sfeer van de Hollandse vissersdorpen waarvan hij het karakteristieke leven weergeeft. Vaak is de werkende mens het centrale thema. De invloed van de Haagse School en de Amsterdamse impressionisten is in zijn vroege landschappen en zeegezichten te zien, vooral in het gebruik van kleur en zijn penseelvoering. In latere jaren laat zijn werk een grote stilistische veelzijdigheid zien.
Rond de eeuwwisseling vestigde Sluiter zich in Katwijk. Ondertussen verloofd met Agathe van Nievervaart, liet hij daar naar eigen ontwerp villa ‘Honk’ bouwen, waar zij direct na hun huwelijk introkken. Hun huis werd een zoete inval voor de groeiende groep kunstenaars, waaronder ook buitenlanders, die ’s zomers in Katwijk neerstreken. Zij kwamen er omdat Scheveningen steeds mondainer werd en de traditionele visserij vanaf het strand door de aanleg van de haven verdween. In Katwijk bestond nog wel de mogelijkheid strand- en zeegezichten naar het leven te tekenen. Sluiter schilderde er het traditionele vissersleven met bomschuiten, schelpenkarren, trekpaarden en vissers en portretteerde veel lokale bevolking. Zijn palet werd lichter en kleurrijker dan in zijn beginperiode en onder invloed van de Duitse schilder Hans Von Bartels, die ook in Katwijk was komen wonen, werd zijn schilderstijl krachtiger en expressiever. Sluiter was een zeer gewaardeerde inwoner vanwege zijn sociale inzet voor het culturele leven in het dorp – het toenemende toerisme werd door hem artistiek gepropageerd – en met de kunstenaar Fokko Tadema richtte hij in 1908 de Kunstvereeniging Katwijk op. In diezelfde tijd ontwikkelde Sluiter zich ook als ontwerper van affiches, onder andere voor de Nederlandse Spoorwegen. Hij ontwikkelde daarin een heel eigen stijl waarin de figuren – met een flinke dosis humor afgebeeld – in stevige zwarte contouren werden opgezet en ingevuld met frisse kleuren.
De zwakke gezondheid van dochter Jopie – het enige kind van Sluiter en Agathe – en het verdwijnen van het traditionele vissersleven speelden een rol bij de verhuizing van het gezin in 1910 naar Laren, dat in de negentiende eeuw een reputatie had opgebouwd als kunstenaarsdorp. Daar ontwierp en bouwde Sluiter opnieuw een eigen huis, ‘Rust roest’, en stortte zich volop in het culturele leven, met Hotel Hamdorff als middelpunt. Toch was vooral Volendam en niet Laren in deze jaren de grote inspiratiebron voor Sluiter. Hij bezocht het schilderachtige vissersdorp regelmatig, waar hij behalve van het vissersleven, nog meer genoot van de feesten en kermissen die er plaatsvonden. Ook in Hotel Spaander, waar de buitenlandse kunstenaars die voor korte of langere tijd in Volendam verbleven samenkwamen, was hij een graag geziene gast.
In 1916 verhuisde het gezin Sluiter naar Den Haag. Voor de inmiddels succesvolle schilder brak een nieuwe periode aan. Sluiter wilde na Katwijk en Laren weer ‘midden in het volle leven staan’ tussen zijn vele vrienden in Den Haag, waar hij sinds de jaren 90 lid was van Pulchri Studio. Hij ontmoette er weer oude bekenden zoals de schilder Blommers en de beeldhouwer Charles van Wijk, die hij eerder in het schildersdorp Heeze had leren kennen. Het kostte Sluiter weinig moeite om werk te vinden in Den Haag. Als portrettist genoot hij al bekendheid en bovendien had hij een gevestigde naam als illustrator en ontwerper. Het mondaine leven in Den Haag kreeg Sluiter in zijn greep, de vrijetijdsbesteding van de Haagse society wordt het onderwerp van zijn schilderijen en tekeningen. Strandvertier en flaneren langs de Scheveningse boulevard nemen de plaats in van het vissersleven dat hem voorheen in Katwijk zo aansprak.
Vele onderscheidingen vielen Sluiter ten deel, in binnen- en buitenland. Zijn goede naam en faam bereikten ook het koninklijk huis, waar hij, in tegenstelling tot zijn tijdgenoot Piet van der Hem, geen officiële opdrachten kreeg voor staatsportretten van de Koninklijke familie, maar diverse leden wel verschillende malen vereeuwigde. Op internationale tentoonstellingen won hij prijzen en vooral in Canada exposeerde en verkocht hij veel grote schilderijen uit zijn Katwijkse tijd.