Jan Adam Zandleven kunstwerk • schilderij • voorheen te koop Kerkje te Kootwijk

In 1902, op 34-jarige leeftijd, koos Jan Adam Zandleven voor het schildersvak, op aanraden - zoals het verhaal gaat - van Jozef Israels en P.J.C. Gabriel. Twee jaar later ging de schilder in Gorssel wonen, waar hij zich op eigen kracht verder ontwikkelde. Van belang was zijn kennismaking met H.P. Bremmer, die zijn talent onderkende en Hélène Kröller-Müller adviseerde om werk van Zandleven te kopen, wat ze ook deed. In 1912 vestigde hij zich in Putten op de Veluwe. De schilder voelde zich het meest in zijn element als hij zich met zijn ezel kon terugtrekken in het bos, ver van het stadsgewoel. Onder zijn handen ontstonden daar feeërieke schilderijen van berken en beuken oplichtend in de schaduw van het bos. Aanvankelijk schilderde Zandleven landschappen, later ook dorpsgezichten, stillevens en interieurs; net als zijn bomen geschilderd in een breed pointillisme met kleine, dikke stippen verf. Zijn doeken vertonen de sporen van langdurige aandacht voor het onderwerp en een eindeloos doorwerken in de verf.