Johannes Evert Akkeringa kunstwerk • schilderij • voorheen te koop Theetuin (vermoedelijk Boschhek, Den Haag)
Johannes Evert Akkeringa
Belinyu (Indonesië, v/h Nederlands-Indië) 1861-1942 Amersfoort
1861-1942
Theetuin (vermoedelijk Boschhek, Den Haag)
olieverf op paneel 16,9 x 22,9 cm, gesigneerd linksonder
Dit schilderij was voorheen te koop.
Deze geanimeerde ‘theetuintjes’ met chic geklede gasten in witte rieten stoelen tussen de bomen werden geschilderd door de impressionist Johannes Evert Akkeringa. Zijn ingehouden kleuren en verfijnde penseelstreek sluiten aan op het onderwerp: we voelen haast de warmte en horen, boven het geroezemoes uit, het beschaafde gerinkel van glazen en kopjes. Akkeringa was een echte Haagse schilder, maar niet zo honkvast. Op zoek naar ongerepte natuur verhuisde hij nogal eens en zocht dan iedere keer zijn motieven in de buurt van zijn nieuwe huis. Dat begon in de jaren 80 toen hij met zijn kunstenaarsvrienden de natuur van het Dekkersduin opzocht om daar buiten te werken. Hij was daarin overigens niet de eerste. Decennia voor hem hadden Weissenbruch, de gebroeders Maris en Anton Mauve er ook geschetst en geschilderd, waardoor dit gebied wel eens het Haagsche Barbizon werd genoemd. Na zijn academietijd betrok Akkeringa in 1888 een atelier in Loosduinen. Daar waren de duinen nog ‘vierge’ zoals Van Gogh zei, die er in zijn Haagse periode graag werkte. Akkeringa kon er naar hartenlust buiten schilderen. Dit resulteerde in zonnige strand- en duingezichten met spelende kinderen en - vanaf de jaren 90 - voorstellingen met bomschuiten en vissers op het strand. Later (1893) betrok hij een huis aan het Kanaal, vlakbij de Scheveningse Bosjes. Daar vond hij een open zandvlakte waar het op mooie dagen krioelde van spelende kinderen met hun moeders of kindermeisjes. En nadat hij omstreeks 1915 weer naar de binnenstad trok werden de uitspanningen aan de buitenkant van Den Haag een geliefd onderwerp. Zo lag aan de Bezuidenhoutseweg tegenover Huis ten Bosch de uitspanning Overbosch, waar Akkeringa regelmatig werkte. En aan de Leidse Straatweg, aan de rand van het Haagse Bos, lag Boschhek, waar hij ook vaak kwam. Boschhek werd nogal eens bezocht door de toenmalige Koninklijke familie en was dus in trek bij de Haagse beau monde. Met de, om de tafeltjes zittende heren met strohoed en dames met lange, zomerse japonnen geven de hier afgebeelde schilderijen een zorgeloos beeld van een Haagse zomerdag een eeuw geleden.