Louis Apol kunstwerk • aquarel • tekening • voorheen te koop Jacht op Nova Zembla
Louis Apol
Den Haag 1850-1936
1850-1936
Jacht op Nova Zembla
aquarel op papier 15,7 x 24,6 cm, gesigneerd linksonder en gedateerd '82
Dit werk op papier was voorheen te koop.
Louis Apol (1850-1936)brak door op zijn 24e als schilder van winterlandschappen op een tentoonstelling van levende meesters in Amsterdam, waar hij al exposeerde sinds zijn 16e. Zijn winterlandschappen waren zo’n succes en zo levensecht dat hij in de zomer van 1880 werd uitgenodigd om als schilder mee te varen op een wetenschappelijke expeditie van de poolschoener Willem Barentsz naar Nova Zembla. Hij was op dat moment 29 jaar oud en de bekendste Nederlandse schilder van winterlandschappen. Voor het Comité voor de IJszeevaart, dat voortkomt uit Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG), was het belangrijk dat de aanwezigheid van een bekendheid als Apol voor veel positieve aandacht zou zorgen. Door een tentoonstelling van het werk dat hij aan boord van de Willem Barentsz geschilderd zou hebben, zou een nieuwe poolreis bekostigd kunnen worden. De reis bood Apol de ultieme kans om de bijzondere ijsformaties en desolate besneeuwde landschappen van dichtbij te bestuderen en in beeld te brengen. Het zou een barre tocht, maar de reis van zijn leven worden. Alle aquarellen en tekeningen die hij op deze reis maakte zouden een grote bron van inspiratie tijdens zijn verdere carrière zijn. Apol stelde zich op als volwaardig lid van de bemanning, liep zelfs de hondenwacht van 12 uur ’s nachts tot 4 uur in de vroege ochtend. En dat alles zonder enige training voor een leven aan boord. Vanuit het kraaiennest, met uitzicht van 15 km, tekende hij alles wat hij zag. Straatjes in noordelijke vissersdorpjes, een regenboog bij nacht, de jacht op vogels en robben, het lyrische noorderlicht. De kapitein was verbaasd over zijn werklust en snelheid waarmee hij op het dek zittend, zijn schetsen maakt: ‘De heer Apol zit aanhoudend te schetsen, en weet wonderlijk vlug de eene schets na de andere op het papier te tooveren.’ Elke dag begon Apol met de voorbereiding van zijn materiaal. Potlood, houtskool, krijt en gouache; vellen papier van verschillende diktes en kleuren, waarbij het grijsblauwe favoriet was om ijsbergen te schetsen in alleen wit hoogsel. De eerste indrukken werden in potlood vastgelegd. Ook zichzelf tekende hij, in dikke kleding, met geweer en scheepshond Sailor naast hem. Bijzonder voor die tijd was dat hij de vele gouaches die hij aan boord maakte – deze droogden sneller dan aquarellen – als eindproducten beschouwde. Slechts een paar ervan werkte hij bij thuiskomt uit tot schilderijen. Ondanks alle oplossingen die Apol had bedacht voor de moeilijke werkomstandigheden aan boord gebeurden er toch onvoorziene dingen. Zo liet scheepshond Sailor zijn sporen na toen hij over een olieverfschets van een ijsberg heen liep. Ook waagde Apol zich, in opdracht van het Comité, aan tekeningen van het leven aan boord met de bemanning. Voor hem atypisch werk, dat hem echter goed afging. Op 22 augustus 1880 wordt de expeditie voortijdig afgebroken, als de schoener strandt op een rif. ‘Met een flinke bries botsen we op een rif en zitten vast. het schip helt sterk over. alle ballast en steenkolen zijn over boord. het scheelt weinig of we gaan er van door. de sloepen kunnen ons nog redden. het schip is maar weinig lek doch wie weet wat ons nog te wachten is,’ noteert Apol bezorgd in zijn notitieboekje. Ondanks de teleurstellende afloop heeft de reis Apol voor honderden schetsen inspiratie opgeleverd, schetsen die hij tot op hoge leeftijd nog steeds zou gebruiken om nieuw werk te maken. In 1896 schilderde Apol in Amsterdam een panorama van Nova Zembla van 120 meter lengte en ruim 14 meter hoogte. Het was te zien in het Panoramagebouw aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam en werd een geduchte concurrent van het Panorama Mesdag in Den Haag, dat al eerder bestond. De attractie was vele jaren te zien en een groot succes. Wat zijn panorama volgens de pers zo bijzonder maakte waren de artistieke kwaliteiten van de schilder, het feit dat het voorgestelde landschap bij het grote publiek niet bekend was en de binding met de Nederlandse geschiedenis van poolexpedities. Na 1901, toen de interesse van het publiek het liet afweten, werd het panorama jarenlang opgerold bewaard op de zolder van het Panoramagebouw. In 1935 werd het gebouw gesloopt en Apol’s doek is hierna nooit meer gezien. Aan het begin van de eeuw was de populariteit van Apol groot en was er een lucratieve handel in vervalsingen van zijn werk. Omdat Apol zijn poolwerken vasthield, uit sentimentele overwegingen of omdat er simpelweg geen belangstelling voor schetsmatig uitgevoerde tekening en gouaches was, bestaan er voor zover bekend geen vervalsingen van. In 1924 Schonk Apol tweeëndertig van deze werken aan Het Nederlands Historisch Scheepvaart Museum in Amsterdam – thans het Scheepvaartmuseum Amsterdam. Het overgrote deel bleef na zijn dood in handen van de familie, tot zijn beide dochters in 1971 meer dan honderd tekeningen en vier schetsboeken tijdens de reis gemaakt, schonken aan het Rijksmuseum.