Richard Bloos kunstwerk • schilderij • voorheen te koop Spitsuur in het Südbahnhof, Wenen
Richard Bloos
Brühl (Duitsland) 1878-1957 Düsseldorf (Duitsland)
1878-1957
Spitsuur in het Südbahnhof, Wenen
olieverf op doek 90,3 x 118,2 cm, gesigneerd linksonder en gedateerd 1929
annotatie op etiket op spieraam: 'R. Bloos: Südbahnhof, Wien'
Dit schilderij was voorheen te koop.
Richard Bloos werd opgeleid tot schilder aan de beroemde academie van Düsseldorf. Mogelijk op advies van zijn leermeester, de genreschilder Willy Spatz, trok de kunstenaar na het afsluiten van zijn studie in 1906 naar Parijs, waar hij tot 1914 zou blijven. Hij werd er opgenomen in de kunstenaarskringen van Montmartre en Montparnasse en zag het werk van de Franse impressionisten, wat van blijvende invloed zou zijn op zijn verdere artistieke ontwikkeling. In een stijl die het midden houdt tussen realisme en impressionisme wijdde Bloos zich aan het schilderen van het Parijse stadsleven met zijn artiestencafés, café chantants en cabarets, zijn drukbevolkte boulevards en zijn parken, het liefst ‘en plein air’. Terug in Düsseldorf zette de schilder dit voort in steeds vlotter geschilderde, kleurrijke genrevoorstellingen en stadsgezichten waarin helder zonlicht en het spel van licht en schaduw de sfeer bepalen. Bloos toont zich een scherp waarnemer, en in zijn vermogen om zijn indrukken snel en treffend vast te leggen verraadt zich zijn talent als illustrator en cartoonist. In zijn Parijse tijd worden de figuren nog duidelijk uitgewerkt. In later werk bestaat de stoffering vaak uit spits opgezette, donkere figuurtjes die toch duidelijk ieder hun eigen verhaal vertellen, ook als hij kiest voor een vogelperspectief zoals in Spitsuur in het Südbahnhof in Wenen. Dit indrukwekkende Südbahnhof, dat Wenen via het spoor verbond met Italië, Hongarije en plaatsen als Triëst, Venetië en Cannes, was in de jaren twintig en dertig het grootste en drukst bezochte treinstation van Wenen. Het werd in 1874 gebouwd in neoclassicistische stijl naar ontwerp van Wilhelm von Flattich. De grote hal, waar classicistisch beeldhouwwerk, een imposante trappartij en kroonluchters werden gecombineerd met praktische zaken als kassa’s, loketten en borden met aankomst- en vertrektijden, vormde het decor voor een voortdurend komen en gaan van mensen. Via de ingang, die bestond uit vijf hoge, boogvormige openingen, stroomt zonlicht naar binnen. In contrast daarmee is de hal koel en donker. Bezoekers en reizigers staan te praten, men wacht, neemt afscheid, holt, vertrekt en begroet. Door ook figuren op de rug te schilderen of als het ware het beeld in en uit te laten lopen treft de schilder feilloos de sfeer van verwachtingsvolle drukte en bedrijvigheid die kenmerkend was voor dit beroemde station.