Zoek op kunstenaar
Sluit

Romantiek Amsterdam

De Amsterdamse academie vond zijn oorsprong in de ‘Stads Teekenacademie’, opgericht in 1718 als oefenschool voor de tekenkunst. Van een opleiding voor kunstenaars was toen nog geen sprake. De tekenschool, die in 1741 werd herdoopt in ‘Tekenacademie’, kreeg pas in 1765 een enigszins formele structuur. Pas in 1822, met de oprichting van de ‘Koninklijke Academie’ onder Koning Willem I, was er sprake van een academie georganiseerd zoals in Den Haag: een stadstekenacademie geschoeid op classicistische leest. Later, na de nodige moderniseringen in 1870 werd de naam nog eens gewijzigd in Rijksacademie van beeldende kunsten. Vanaf toen werden ook vrouwen tot de opleidingen toegelaten en werd het vak schilderen een vast onderdeel van het lesprogramma. Naar het lijkt waren de kunstenaars in Amsterdam niet zo hecht verzameld rond de academie als in Den Haag. Mogelijk omdat er andere plaatsen waren waar zij elkaar ontmoetten. Zo kon bijvoorbeeld bij het genootschap Felix Meritis aan de Keizersgracht ’s avonds getekend worden naar model. Bovendien bood de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae al snel na de oprichting in 1840 de gelegenheid aan kunstenaars om elkaar te ontmoeten. Amsterdam was in de vroege 19e eeuw het centrum van het romantische stadsgezicht. Dit valt te verklaren uit de rijke traditie van het genre in de hoofdstad tegelijk met de aanwezigheid van een sterke kopersmarkt. Al in de 17e eeuw werd de levendige, aan het water gelegen stad vastgelegd door schilders als Gerrit Berkheyde, Pieter Saenredam, Jan van der Heyden en Isaac Ouwater. Rijke kooplieden en regenten wilden de stad waaraan ze hun voorspoed te danken hadden terugzien aan hun muren. In de 19e eeuw wordt op deze traditie teruggegrepen. Schilders componeren zorgvuldig stadsbeelden die de indruk wekken van een stukje oud-Amsterdam. Soms waren deze stadsgezichten fantasie maar er waren ook schilders die zich hielden aan topografisch juiste stadsportretten.

Cornelis Springer (1817-1891)
De meest toonaangevende Amsterdamse schilder van stadsgezichten was Cornelis Springer. Hij had een aantal zeer begaafde leerlingen en bepaalde met zijn werk de kenmerken van het romantische Hollandse stadsgezicht zoals dat tussen 1830 en 1850 in Amsterdam vorm kreeg. Springer volgde al jong lessen op de Koninklijke Academie en leerde daarna schilderen op het atelier van Kasparus Karsen. Daar ontwikkelde hij een stijl die hij zijn hele leven trouw bleef. Typerend daarvoor is een laag standpunt, waardoor de gevels hoog oprijzen tegen een blauwe lucht. De gebouwen worden nauwkeurig weergegeven, met aandacht voor al hun bouwkundige details. Een bijzondere voorliefde heeft hij voor oude Hollandse gevels, opgetrokken uit rode baksteen met zandstenen ornamenten. De op de academie opgedane vaardigheid in tekenen komt hem van pas tijdens de talloze schetstochten die hij maakt door Zeeland en de stadjes langs de Zuiderzee. Tot halverwege de jaren 50 schildert Springer vooral gefantaseerde stadsgezichten, daarna werden het vooral topografische stadsportretten. In 1844, kort na de oprichting, werd hij lid van Arti et Amicitiae waar hij het via bestuursfuncties bracht tot voorzitter, een functie die hem veel nuttige contacten bezorgde. Zijn belangrijkste leerlingen waren Adrianus Eversen, Coen Greive en zijn neef Adolph Rust.

Adrianus Eversen (1818-1897)
Dat leeftijd niet veel uitmaakte in de verhouding meester-leerling blijkt wel uit het feit dat Adrianus Eversen een jaar ouder was dan zijn leermeester. Omstreeks 1840 kwam hij op het atelier van Springer. Daarvoor had hij les gehad van Cornelis de Kruyff en van H.G. ten Cate op de Koninklijke Academie, waar Springer toen ook lessen volgde. Uiteindelijk was Eversen van alle leerlingen degene die het meest in de voetsporen van zijn leermeester trad. Hij was goed bevriend met de Amsterdamse schilders Nicolaas Riegen, de stadsgezichtenschilder Frederik Roosdorp en met Pieter Kluyver.

Coen Greive (1837-1891)
Coen Greive werd geboren in een artistiek gezin. Al op jonge leeftijd kreeg hij les van zijn oom, Piet Greive, daarna kwam hij op het atelier van Cornelis Springer aan de Tweede Weteringdwarsstraat. Greive’s hart lag vooral bij het water, en als 20-jarige jongen schildert hij al aan de oevers van het IJ. Als hij 23 jaar is verkoopt hij zijn eerste schilderij aan de Amsterdamse verzamelaar Fodor. Hij schilderde stemmige stadsgezichten die hij vaak combineerde met water. De IJkant, waar de stad nog grensde aan open water, het Damrak en Rokin boden volop stof tot schilderen.

J.A. Rust (1828-1915)
Springers neef Adolph Rust had een voorkeur voor waterrijke voorstellingen maar zijn leerschool bij Springer leidde ook tot stadsgezichten. Vaak combineerde hij stadsgezichten met schepen, waarvoor hij inspiratie vond rond het IJ, het Westerdok, en op het Rokin en Damrak waar de schepen toen nog tot diep in het stadshart konen komen. Net als Eversen maakte hij op aanraden van Springer veel tekeningen en figuurstudies die hij gebruikte voor zijn schilderijen.

Arti et Amicitiae
Het schildersgenootschap Arti et Amicitiae, ofwel de ‘Maatschappij Arti et Amicitiae’ zoals het genootschap officieel heette, speelde vanaf de oprichting in 1839 een belangrijke rol in het artistieke leven van Amsterdam. Als leden werden zowel kunstenaars als ‘kunstlievende leden’ toegelaten en het gebouw van de maatschappij aan het hoofdstedelijke Rokin was een plek van ontmoeting en gezelligheid. De doelstellingen bij oprichting waren vooral onderlinge verbroedering en het bevorderen van de beeldende kunsten. De kunstenaars onder de leden bepaalden het beleid. Men organiseerde tentoonstellingen waarvoor iedere kunstenaar werk kon inzenden en er werden regelmatig kunstbeschouwingen gehouden. De onderlinge contacten van de schilderende leden brachten met zich mee dat er werd samengewerkt. Zo schilderde Springer de figuren in een panoramisch landschap van P.L.F. Kluyver, eveneens lid van Arti. Ook van Kluyver en Samuel Verveer is bekend dat zij hebben samengewerkt.

Kasparus Karsen | Stadsgezicht met doorkijkje naar een visbank, olieverf op paneel, 32,8 x 27,4 cm, gesigneerd r.o. op stoepje en onduidelijk gedateerd 18[30?]

Kasparus Karsen

schilderij • voorheen te koop

Stadsgezicht met doorkijkje naar een visbank

Cornelis Springer | De Koopmanstraat en het Wellerondom in Brielle, olieverf op paneel, 50,1 x 40,0 cm, gesigneerd l.o. voluit en r.o. met monogram en r.o. gedateerd '54

Cornelis Springer

schilderij • voorheen te koop

De Koopmanstraat en het Wellerondom in Brielle

Pieter Kluyver | Schilder schildert  in de duinen nabij de zee (alle stoffage is door Cornelis Springer), olieverf op doek, 56,5 x 84,5 cm, gesigneerd l.o. 'Kluyver' en r.o. 'C. Springer fig'

Pieter Kluyver

schilderij • te koop

Schilder schildert in de duinen nabij de zee (alle stoffage is door Cornelis Springer)

Coen Greive | Gezicht op de IJkant, Amsterdam, met de Schreierstoren, olieverf op doek, 58,9 x 46,8 cm, gesigneerd r.o.

Coen Greive

schilderij • voorheen te koop

Gezicht op de IJkant, Amsterdam, met de Schreierstoren

Wouterus Verschuur | Na de rit, olieverf op paneel, 34,5 x 45,0 cm, gesigneerd r.o.

Wouterus Verschuur

schilderij • te koop

Na de rit

Johan Rust | Pinken voor anker op het strand, olieverf op paneel, 24,3 x 36,6 cm, gesigneerd l.o.

Johan Rust

schilderij • te koop

Pinken voor anker op het strand

Adrianus Eversen | Figuren in zonnig dorpsstraatje, olieverf op paneel, 18,9 x 14,9 cm, gesigneerd r.o. en verso op etiket

Adrianus Eversen

schilderij • voorheen te koop

Figuren in zonnig dorpsstraatje

Charles Leickert | De hachelijke oversteek over het IJ bij Amsterdam, olieverf op doek, 102,0 x 150,0 cm, gesigneerd r.o. en gedateerd '70

Charles Leickert

schilderij • voorheen te koop

De hachelijke oversteek over het IJ bij Amsterdam

Pieter Cornelis  Dommershuijzen | Vuurtoren bij nacht, olieverf op paneel, 27,4 x 38,0 cm, gesigneerd r.o. en gedateerd 1881

Pieter Cornelis Dommershuijzen

schilderij • voorheen te koop

Vuurtoren bij nacht