Zoek op kunstenaar
Sluit

Rotterdamse Academie

Hendrik Kobell richt in 1773 het Tekengenootschap Hierdoor tot Hooger op. In besloten kring wisselt een handvol kunstenaars van gedachten over hun werk. Al in 1781 wordt het genootschap omgevormd tot een publieke academie, waar les wordt gegeven in tekenen, bouwkunde, perspectief, anatomie en ook kunstbeschouwing. Door de jaren heen wordt de academie meer en meer een een ontmoetingsplaats voor kunstenaars, waar plaats is voor discussie in een tijd van snelle ontwikkelingen. Tekenscholen in de negentiende eeuw leveren een specifieke bijdrage aan maatschappelijke ontwikkeling. Omdat tekenen wordt gezien als een van de basisvaardigheden voor algemene ontwikkeling, net zo belangrijk als lezen, schrijven en rekenen, worden de tekenscholen gezien als een middel om de economie te bevorderen.

In 1851 fuseren Hierdoor tot Hooger, de Stadstekenschool voor Bouwkunde en de Rotterdamse Industrieschool tot de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen. Door deze fusie kan een brede tekenopleiding aangeboden worden. De Academie wordt opgedeeld in een artistieke A-afdeling en een technisch georiënteerde B-afdeling en stelt zo studenten in staat een oerdegelijke opleiding te volgen met zowel technische als artistieke disciplines.

Johan Hendrik van Mastenbroek
Als zoon van een succesvolle Rotterdamse kunsthandelaar maakt Johan Hendrik van Mastenbroek vele schetsen van zijn stad. In het begin is hij nog zoekende, maar al snel blijkt dat hij genoeg talent heeft om in 1891 toe te treden tot de academie. Van Mastenbroek groeit op tijdens de industriële revolutie, wanneer er meer vraag dan ooit is naar tekenaars die voor meer praktische dan kunstzinnige doeleindes het vak leren. Hij begint op afdeling B, temidden van timmermannen en bouwkundigen. Enkele jaren later stroomt hij door naar afdeling A om zich volledig te wijden aan het kunstenaarswezen. Na de academie timmert Van Mastenbroek goed aan de weg. Hij produceert veel schilderijen en aquarellen, die particulieren uit binnen- en buitenland kopen via o.a. zijn vaders kunsthandel. Van Mastenbroeks gehele oeuvre ademt de gedegen vakopleiding die hij genoot. Zijn behandeling van perspectief en schaduwwerking, zijn gevoel voor verhoudingen en de nauwkeurige weergave van schepen, gevels, stenen en werktuigen getuigen hiervan.

August Willem van Voorden
Voor August Willem van Voorden was les aan de Rotterdamse Academie alleen betaalbaar in de avonden. Hij werkte overdag als decoratieschilder zodat hij van 1893 tot 1899 avondlessen kon volgen. Snel daarna groeide hij uit tot een veelgevraagde kunstenaar. Hij won diverse prijzen, had al in 1907 een solo-expositie en ontving lovende kritieken. Van Voorden kon goed de bedrijvigheid van de havenstad uitdrukken door zijn tonaliteit en evenwichtige composities en is voornamelijk bekend geworden als de schilder van werkpaarden en dienstmeisjes. Hij stierf op jonge leeftijd, maar niet voordat hij als chroniqueur van Rotterdam en zijn tijd werd bestempeld. Op zijn begrafenis sprak Van Mastenbroek hem toe namens Pulchri Studio.

De Rotterdamse Academie heeft vele kunstenaars in hun ontwikkeling gediend, waaronder Petrus van der Velden, Willem Rip, Herman Bieling en Toon Kelder. Deze schilders worden gewaardeerd om hun uiteenlopende paden. Zij zijn niet te kenmerken als schilders van typische Rotterdamse stadstaferelen, in tegenstelling tot Van Mastenbroek en Van Voorden.

Willem Hussem en Klaas Gubbels zijn beiden docent geweest aan de Rotterdamse Academie. Deze werd in 1998 omgedoopt tot de Willem de Kooning Academy, vernoemd naar de bekende abstract expressionist die er gestudeerd heeft. De academie is nu onderdeel van de Hogeschool Rotterdam.

Als kunststad doet Rotterdam onder ten opzichte van Amsterdam en Den Haag, die beide ijverden kunstenaarscentrum te zijn. De tentoonstelling Panorama Rotterdam, die in 2001-2002 plaatsvond in de Kunsthal, liet grote schilders zien die Rotterdam gepasseerd hebben, zoals Turner, Jongkind, Van Dongen, Signac en Kandinsky. Er zijn voldoende kunstenaars die Rotterdam geschilderd hebben, maar er zijn weinig schilders van grote naam die trouw zijn gebleven aan het Rotterdamse stadsgezicht. Vanaf het interbellum tot en met de 21e eeuw ontstaat een stroomversnelling van vernieuwing. Met de opkomende globalisering vestigt de stad zich steeds meer als metropool en dient het tegenwoordig voor vele kunstenaars als inspirerende tussenhaven.

Toon Kelder | Slapend naakt, olieverf op doek, 45,0 x 66,0 cm, gesigneerd l.o. en jaren 30

Toon Kelder

schilderij • voorheen te koop

Slapend naakt

Willem Rip | Kalme vaart bij ondergaande zon, olieverf op doek, 140,0 x 190,2 cm, gesigneerd l.o.

Willem Rip

schilderij • voorheen te koop

Kalme vaart bij ondergaande zon

August van Voorden | Rotterdams dienstmeisje, olieverf op doek, 47,0 x 35,9 cm, gesigneerd r.o.

August van Voorden

schilderij • voorheen te koop

Rotterdams dienstmeisje

Petrus van der Velden | Langs het jaagpad, aquarel op papier, 36,3 x 53,2 cm, gesigneerd r.o.

Petrus van der Velden

aquarel • tekening • voorheen te koop

Langs het jaagpad

Herman Bieling | Kop, gepatineerd brons, 43,7 x 19,0 cm, te dateren jaren 20

Herman Bieling

beeld • sculptuur • voorheen te koop

Kop

Johan Hendrik van Mastenbroek | Schafttijd in de haven van Rotterdam, aquarel op papier, 46,5 x 91,0 cm, gesigneerd r.o. en gedateerd 1903

Johan Hendrik van Mastenbroek

aquarel • tekening • voorheen te koop

Schafttijd in de haven van Rotterdam

Klaas Gubbels | Zonder titel, olieverf op doek, 130,0 x 200,0 cm, gesigneerd r.o. in envelop en gedateerd 1990

Klaas Gubbels

schilderij • te koop

Zonder titel