Zodra de zon zich laat zien krijgt het overgrote deel van ons de kriebels om erop uit te trekken, zich in de zon neer te vlijen om te rusten of te ontspannen of een terrasje te pakken. Naarmate de temperatuur stijgt, verlangen we naar een dagje strand. Dichtbij het water is toch de leukste manier om een warme dag buiten door te brengen – zonnebaden op het strand en een verkoelend bad in de zee. Vanaf midden 19e eeuw was naaktzwemmen en naakt zonnebaden uit Engeland komen overwaaien. Vrouwen die dat deden waren in die tijd een populair thema in de schilderkunst. In Nederland kennen we deze baders als naturisten, in Engeland wordt het Skinny dipping genoemd. Door de victoriaanse mores en religieuze invloeden werd vanaf begin 20e eeuw op openbare stranden lichaam bedekkende zwemkleding vereist.
Rond de eeuwwisseling ontstond, naar Engels voorbeeld, onze Hollandse badcultuur in vissersdorpen langs de kust. Badkoetsen verschenen, waarmee de vrouwelijke badgast zich in de golven lieten rijden en achter fladderend zeil, dat als bescherming diende tegen brutale blikken, werd in kostuum gebaad. Na afloop kleedde men zich om in een voortent van de koets. Strandstoelen werden geplaatst voor de dan nog van top tot teen geklede strandbezoekers. Vrolijke taferelen van strandwandelaars, zwemmers, zonnebaders en kinderen in zomerpakjes, in de weer met schepjes, zand en water, werden door kunstenaars vastgelegd in dorpen als Scheveningen, Katwijk, Noordwijk en Zandvoort. Toen kwamen ook de ezeltjes, waarop de jonge dames en heren, begeleid door een ezeldrijver, langs het strand konden rijden.
In deze tijd werd een gebruinde huid nog geassocieerd met buitenarbeid. Een bleke huid was een teken van privilege, het duidde erop dat men welvarend of machtig genoeg was om niet zelf op het land te hoeven werken. Een gebruinde huid kreeg rond de jaren 20 een andere status toen vrouwen uit de hogere middenklasse meer aan buitenrecreatie gingen doen en sport een sociaal aanvaarde activiteit voor dames werd. Na een cruise op de Middellandse Zee in 1923 verkondigde de Franse modeontwerpster Coco Chanel, die een donkere teint had gekregen, dat zonnebaden hip was. Ook ontdekte men het belang van vitamine D voor de gezondheid en de positieve lichtwerking van de zon op bepaalde huidaandoeningen. Vanaf die tijd werd een gebruinde huid een statussymbool voor blanke dames. Dat je een kleurtje had opgedaan gaf aan dat je stijl, geld en vrije tijd had om naar verre, zonnige oorden af te reizen. Met de opkomst van het massatoerisme in de jaren 50, 60 en 70 werden zonovergoten bestemmingen enorm populair en kwamen antizonnebrandcrèmes in omloop. In de daaropvolgende decennia werd onderzoek gedaan naar overmatige blootstelling aan uv-straling. Werd een diepdonkere teint tot begin jaren 80 als een teken van gezondheid en glamour gezien, vanaf midden jaren 80 groeide het besef van het gevaar hiervan.
Vanaf 1870 kwam een heuse badmode op gang. Badkostuums, die zo kuis mogelijk het lichaam moesten bedekken, bestonden voor heren uit een eendelig, rood-wit gestreept of effen donker badpak, met knielange pijpen en korte mouwen. Vrouwen gingen met veel meer kleding te water. De vorm van hun badkostuum was ontleend aan het ‘Bloomerkostuum’, een pofbroek tot over de knie met een ruim aangesnoerd tuniekhemd of een hansop met een knielange rok erover. Voor meisjes een witte jurk, waaronder een hemd en broek met lange pijpen, voor jongens matrozenpakjes met lange of korte broek en lange kousen. Later, toen de matrozenlook – overgewaaid uit Engeland – enorm populair was, werd de badbroek van meisjes vervangen door een knielang geplisseerd matrozenrokje of jurkje. Recreatief zonnebaden in badkleding raakte langzamerhand ingeburgerd in het Westen en de beelden van gebruinde beroemdheden in kranten, films en televisie droegen hier veel aan bij. Kledingnormen versoepelden en het tweedelige badpak deed zijn intrede. Onder invloed van filmsterren, en dankzij een veranderende moraal, werd de bikini algemeen aanvaard in de jaren 60 en topless rond 1965. Maar tijden veranderen en er zijn nu genoeg redenen om niet meer topless op het strand rond te lopen. De seksualisering van het lichaam – blote borsten en seks – worden vaak aan elkaar gekoppeld. De opkomst van sociale media, waarmee je het risico loopt op de foto gezet te worden die gedeeld wordt met de halve wereld, draagt zijn steentje bij aan de toenemende preutsheid. Wie weet kleden we ons binnenkort weer om in een badkoets in plaats van te staan stuntelen achter die badhanddoek.